Een ingewikkelde puzzel
Achter de ambitieuze doelstellingen van Europa gaat een ingewikkelde puzzel schuil. De Noordzee en haar omgeving hebben altijd zeer verschillende ecosystemen gehuisvest: scheepvaart, visserij, “traditionele” olie- en gaswinning, toerisme en, natuurlijk, natuur. Als nieuwkomer zal het ecosysteem dat nu voor hernieuwbare energie wordt ontwikkeld een eigen plaats moeten veroveren. We zullen moeten uitvinden hoe we de enorme hulpbron Noordzeewind maximaal kunnen benutten, hoe we dat snel kunnen doen en hoe we energie, ecologie en economie zo kunnen combineren dat geen van de daarmee gemoeide belangen hieronder lijdt.
Dit wordt nog lastiger gemaakt door het feit dat de regio zich uitstrekt over tien landen, van Ierland in het westen, via het VK, Frankrijk, de Benelux en Duitsland tot de Scandinavische landen in het oosten. Een rapport uit 2019 van management consultant Roland Berger voor de EU, onder de naam Hybride projecten: hoe de kosten en ruimte van offshore-ontwikkelingen te beperken, legt uit hoe offshore-windenergieprojecten van oudsher vooral nationaal belang dienen en hun transmissielijnen slechts één enkel landelijk net voeden. De entiteiten voor opwekking en transmissie worden intussen afzonderlijk ontwikkeld en commercieel geëxploiteerd.
De sleutel tot versnelling
Er is echter een manier om dit minder complex te maken - een manier die kwaliteit en snelheid van handelen biedt. Het rapport meldt verder dat “hybride projecten” - waarbij opwekking en transmissie worden gecombineerd en twee of meer landen met elkaar worden verbonden - de kosten tot 10% kunnen verlagen, minder ruimte in beslag nemen, de milieugevolgen tot een minimum beperken en interconnectiviteit tussen markten en landen bieden die steeds belangrijker wordt. In de Noordzee zou dit bijvoorbeeld de vorm van een gezamenlijk ontwikkeld offshore-windmolenpark en een interconnector kunnen aannemen, waardoor een Nederlands windmolenpark op zowel een Brits als een Nederlands net kan worden aangesloten.
In dit opzicht is standaardisatie van essentieel belang om de regionale transitie op de Noordzee te versnellen: niet alleen op het gebied van technologie en engineering, maar ook bij zaken als het analyseren van milieueffecten, vergunningverlening en afspraken over interoperabiliteit. Door standaardisatie kunnen puzzels eenvoudiger worden gemaakt, weerstand en kosten worden verminderd plus publiek draagvlak en kwaliteit worden verbeterd. Dit zal vervolgens de overheden en markten ertoe aanzetten deze projecten uit te voeren.
Het gevaar van de vraag naar standaardisatie is dat het tot steeds grotere vertragingen kan leiden omdat er onderzoeken worden gedaan en de vruchteloze discussies voortduren. Dat is echter allemaal niet nodig: de Noordzeelanden, EU, marktdeelnemers en andere belanghebbenden hebben een schat aan ideeën, onderzoeken, programma's en keiharde praktijkervaring verzameld. Uit deze combinatie van deskundigheid en ervaring zou gemakkelijk een "80%-versie" van een standaardisatiekader kunnen worden samengesteld, waarmee een leidraad op het gebied van technologie, regelgeving en milieu wordt geboden. Zo kunnen alle verschillende landen rondom de Noordzee de regionale energietransitie naar een hoger niveau tillen - niet morgen, maar nu.
Voor meer informatie over onze visie op energietransitie in de Noordzee en hoe we dit samen naar een hoger niveau kunnen tillen, kunt u contact opnemen met Anja Vijselaar, Directeur Business Unit Energy, WSP in Nederland, [email protected],+31 6 31662564.