Nee verkopen zit er bij Remko dan ook niet in. “Als ik de vraag binnenkrijg of wij iets kunnen, is het antwoord vrijwel altijd ja. Want naast bouwadvies hebben we natuurlijk de brede WSP-basis, zowel nationaal als internationaal. Als we goed schakelen tussen al onze afdelingen krijgen we alles gedaan. Dit Centraal Station in Tilburg is daar een mooi voorbeeld van. Dit hebben we heel integraal aangepakt, een mooie samenwerking van onze afdelingen met de constructieve en bouwkundige uitwerking van het definitief ontwerp naar het uitvoerend ontwerp. Dat is heel gaaf om als projectleider te doen.”
Die can-do mentaliteit brengt ook een bepaalde verantwoordelijkheid met zich mee. We kunnen de aarde niet langer gebruiken zoals we de afgelopen eeuw hebben gedaan en in die omslag speelt bouwadvies een belangrijke rol. Anders denken, anders bouwen en op een andere manier grondstoffen gebruiken: het komt allemaal samen in Remko’s dagelijkse werkzaamheden. En die opdracht gaat Remko niet uit de weg.
Hoe draagt bouwadvies bij aan een toekomstgerichte benadering van de bouw?
“Wij weten alles van bouwmaterialen. Het adviseren bij sloop van gebouwen hoort daar bij, maar we verschuiven daarbij veel meer naar de voorkant: de nieuwbouw. In de toekomst moet alles wat je nieuw bouwt zorgvuldig geregistreerd worden, zodat we precies weten wat er ooit bij een sloop weer uit gaat komen. Circulair bouwen, cradle-to-cradle: het zijn allemaal hele hippe termen, maar het is wel de toekomst. We kunnen de aarde simpelweg niet langer uitputten zoals we hebben gedaan. Ik neem duurzaamheid vanuit ons Future Ready-perspectief mee in mijn gesprekken met klanten. Een belangrijke vraag daarbij is hoe zij een gebouw kunnen ontwerpen die in de toekomst nog steeds functioneel is, nadat de eerste gebruiker er uit is. Op die manier hoeven we het over sloop niet eens te hebben: build for life, dát is pas duurzaam.”
En waarom vind jij het WSP-netwerk daarin zo belangrijk?
“Omdat wij zo breed georiënteerd zijn, is er altijd een oplossing voorhanden. Ik zit officieel op kantoor in Apeldoorn, maar werk heel veel samen met mijn collega’s uit Maastricht. Die samenwerking is een grote kracht en de platte organisatie maakt dat de communicatie vlot en effectief verloopt. Dat geldt zelfs internationaal. Zelfs over de grens is iedereen bereid om mee te denken en te helpen. Ik bel regelmatig met afdelingshoofden in andere landen om informatie in te winnen. Door het werken met collega’s uit onder andere Zweden en Engeland merk je de meerwaarde van onze internationale kennis.”