Die nieuwe Omgevingswet raakt iedereen. Het is bedoeld om het huidige complexe stelsel van ruimtelijke regelgeving te vereenvoudigen en te integreren, waardoor het voor burgers en bedrijven makkelijker wordt om vergunningen aan te vragen en projecten te realiseren.
Of je nou een projectontwikkelaar bent, rijksvastgoedmanager of netbeheerder, als initiatiefnemer van activiteiten op of in de bodem, kom je vroeg of laat in aanraking met de Omgevingswet, zegt bodemadviseur Sarah Bourgois. “De Omgevingswet stelt niet langer een geval van bodemverontreiniging centraal, maar de intentie van de initiatiefnemer. Onder de oude Wet bodembescherming was een saneringsplan of een melding in het kader van het Besluit uniforme saneringen noodzakelijk om bijvoorbeeld een glasvezelkabel te leggen in verontreinigde grond. De glasvezelmaatschappij wil geen bodem saneren, maar hij wil graven in de bodem om de kabel te leggen. Met de Omgevingswet van kracht is in veel gevallen een graafmelding voldoende.”
Met de nieuwe focus op de intentie van de initiatiefnemer hoef je niet altijd meer een bodemonderzoek uit te voeren en dat scheelt tijd en geld. “Voor veel bodemgerelateerde activiteiten geldt dat minimaal een historisch vooronderzoek moet worden uitgevoerd. Alleen als uit dat onderzoek blijkt dat de bodemkwaliteitskaart een onvoldoende betrouwbare uitspraak doet over de te verwachten bodemkwaliteit op de locatie, dient de kwaliteit vastgesteld te worden door middel van het bemonsteren en analyseren van de bodem.”
Wat ook tijd en geld bespaart en CO2-uitstoot voorkomt, is zo vroeg mogelijk de bodem op de agenda zetten bij projectontwikkeling en nieuwbouwplannen zegt Bourgois. “Stel je treft bij een ontwikkelingsproject in de petrochemie op één specifieke plek een verontreiniging aan. Als je dan op de plek van die verontreiniging niet een groenstrook plaats, maar een parkeerplaats of de fabriek zelf, kan dat in sommige gevallen een voldoende beschermende maatregel zijn en zo een aanzienlijke kostenbesparing opleveren. De verontreiniging hoeft namelijk niet meer ontgraven te worden. Zijn de plannen al ver gevorderd, dan valt er niets meer te schuiven. Ook vanuit duurzaamheid is een tijdige bespreking voordelig. De saneringswerkzaamheden, zoals het graven en het transporteren van de vervuilde grond en de schonere grond, zorgen allemaal voor CO2-uitstoot. Die kan je dan mogelijk voorkomen.”
Samenwerking met andere vakgebieden
Dat toegespitste bodemonderzoek en dat advies op maat doen we ook voor nieuwe kabeltracés, vertelt Bourgois. “Vaak doen we dat in samenwerking met onze collega’s van Kabels & Leidingen. Voor de aannemer is het van belang dat zijn mensen in een schone en veilige omgeving kunnen werken. Dan voeren we daadwerkelijk bodemonderzoek uit waar het noodzakelijk is en adviseren we op maat waar, op het vaak kilometerslange tracé, eventueel extra maatregelen noodzakelijk zijn. Zoals het aantrekken van een speciale beschermende uitrusting bij werken met asbest verontreinigde grond.”
Soms is het duidelijk dat er sowieso bodemonderzoek gedaan moet worden, licht Bourgois toe. “Als er bijvoorbeeld door een bedrijf zelf een olielek wordt geconstateerd. Dan is de vraag of het lek tot een verontreiniging heeft geleid. We bepalen de vlek van het lek en of de bodem er slechter aan toe is dan voor het lek, want de vervuiler betaalt. Bij verontreiniging adviseren we vervolgens de beste manier om te remediëren. Dat kan simpelweg afgraven zijn, maar er zijn inmiddels ook een aantal interessante fytotechnologieën. Methodes waarbij we levende micro-organismen inzetten om de verontreinigde stoffen uit het milieu te verwijderen of te stabiliseren.”
Bodemrisicoscans
Voorkomen is natuurlijk altijd beter dan genezen, zegt Bourgois. “Daarom bieden we ook bodemriscioscans aan gericht op duurzaam bodembeleid. Dat kunnen we bijvoorbeeld doen bij petrochemische klanten. Soms lekt een rioolafvoer al jaren de grond in, wat een potentieel risico is voor het grondwater. Dat wil je voorkomen. In zo’n scan brengen we dan alle risicopunten in kaart en adviseren we maatregelen om de kans op lekkage te verkleinen. Ook bieden we jaarlijkse controle op die risicopunten aan om er bij daadwerkelijke lekkage zo vroeg mogelijk bij te zijn. Niet alleen goed voor het milieu, je bespaart ook op saneringskosten en je verbetert tegelijkertijd je bedrijfsimago.”
Binnen de brede reikwijdte van haar takenpakket geniet Bourgois het meest van het contact met de mensen. “Ik vind het fijn om mensen met mijn onderzoek en advies te ondersteunen, zodat ze verder kunnen met hun plannen. Ook al heb je soms een slecht nieuwsgesprek omdat er verontreiniging is aangetroffen, is het toch fijn om een aantal concrete opties te kunnen bieden waarmee ze verder komen.”
“Ik streef naar een zo goed mogelijk en toekomstgericht bodemadvies, waarbij doelmatig en duurzaam beheer voorop staan. Het liefst wil je verontreiniging voorkomen. Dat is het hoogst haalbare in ons duurzaam bodemadvies.”
Wil je meer weten over Earth & Environment bij WSP? Kijk dan hier.