Dit heeft geleid tot een gedeelte nieuwbouw (5.000 m²) en een verbouwing van het bestaande hoofdgebouw van 5.600 m². Daarnaast is er praktijkgebouw voor de dieropleidingen gerealiseerd van bijna 1.000 m², met instructie- en praktijkruimten en dierenverblijven. Het plan van architect Inbo had als filosofie om een stadserf te creëren, met duidelijke verwijzingen naar het groen onderwijs, onder andere met groene gevels.
Bijzonder element in de nieuwbouw is een centraal atrium, een soort kas. Dit is het hart van het gebouw, met daaromheen praktijkruimten. De constructie van het gebouw bestaat uit een samenspel van stalen kolommen en (THQ) liggers, met kanaalplaatvloeren als tussenvloeren. Om het atrium heen zijn zogenaamde kijkdozen gemaakt, die letterlijk uitkragen aan de vloerrand op de tweede verdieping en uitkijken op het atrium. Een constructieve uitdaging was om het atrium een kasachtige uitstraling te geven, met een slank en rank uiterlijk. Gelijktijdig moest hierbij wel rekening gehouden worden met de technische uitvoering van een schoolgebouw in gevolgklasse CC2.
Een ander opvallend element zijn de plantenluifels, die zich aan de gevels bevinden. Deze luifels, eigenlijk verticale plantenbakken, zijn uitgevoerd als stalen frame met EPS en aluminium. Ze kragen uit vanaf de gevel en zijn gekoppeld aan de staalconstructie van het gebouw door middel van isokorven.