Hiermee is een eerste stap gezet naar een bodemverwachtingenkaart conform NEN 5720. Door het in werking treden van de nieuwe norm voor waterbodemonderzoek was actualisatie van de bodemzoneringskaart hard nodig. Naast de opdracht om de zoneringskaart te actualiseren, controleerde WSP ook of (op basis van het nieuwe toetsingskader) nog onderscheid kon worden gemaakt tussen de Rijntakken Rijn, Waal en IJssel.
Voor het maken van de kaart werd gebruik gemaakt van bestaande onderzoeksgegevens. De dataset uit 2001 werd aangevuld met gegevens uit de periode 2002-2010. De data werden gekoppeld aan de in 2001 vastgelegde gebiedskenmerken, zoals hoogteligging en bebouwing. Hierdoor ontstond één nieuwe database met ruim tienduizend waarnemingen. Op grond van een aantal vooraf vastgestelde criteria zijn hier data voor de zonering uit geselecteerd. Uit de analyse kwam naar voren dat voor de meeste zones geen noemenswaardig verschil is tussen 2001 en 2010. Uitzondering hierop zijn de oeverzones.
De waterbodemkwaliteit van de drie Rijntakken verschilt van elkaar zodat samenvoeging van deze zones niet voor de hand liggend is. De geactualiseerde bodemzoneringskaart is de opmaat voor een bodemverwachtingenkaart volgens de NEN 5720. De norm NEN 5720 beschrijft de werkwijze voor het opstellen van de onderzoeksstrategie bij verkennend onderzoek naar de milieuhygiënische kwaliteit van de waterbodem en aanwezigheid van verontreinigende stoffen. Gegevens die in een bodemzoneringskaart worden opgenomen, zijn nodig bij onder andere dijkverleggingen, herinrichting van uiterwaarden en beheer van Natura 2000-gebieden. Vanwege de dynamiek in het landschap dienen bodemzoneringskaarten voor riviergebieden regelmatig te worden aangepast.