WSP heeft in het voortraject samen met de opdrachtgever gekeken naar optimalisaties van het ontwerp en - in opdracht van de aannemerscombinatie Visser & Smit en Van Hattum en Blankevoort - als bouwkundig constructeur de complete (uitvoerings)engineering van ondergrondse parkeergarage verzorgd.
Slimme oplossing
Projectleider Hans Berkhout en zijn team bedachten een slimme oplossing voor het stempelraam van de bouwput. “Normaliter wordt een dergelijke bouwput vaak gesteund voor het afgraven door een stalen stempelraam. Dit zat ook in het oorspronkelijke ontwerp, maar omdat er een betonnen dak op de parkeergarage moest komen, hebben we deze voorziening direct getroffen met het stempelraam. We hebben daarom gekozen voor een betonnen stempelraam, waarbij de balken al de juiste dikte hadden en op de juiste hoogte zaten. Hierdoor hoefden alleen de tussenliggende vlakken nog dichtgestort te worden, wat een flinke kostenbesparing opleverde.”
Daarnaast heeft een betonnen stempelraam als voordeel ten opzichte van de stalen variant dat het veel meer draagvermogen heeft. De bouwlocatie was niet groter dan de parkeergarage zelf, en moest dus zeer efficiënt ingedeeld moest worden. Op deze manier konden vrachtwagens, zandauto’s, betonwagens en pompen eenvoudig over het betonnen stempelraam over de bouwpunt heenrijden om het benodigde materiaal te vervoeren. Om het draagvermogen te kunnen realiseren, werd het stempelraam tijdelijk ondersteund door middel van LEKA-alen met een lengte van 35 meter en een draagvermogen van 3.500 kN.
Stadsverwarming
De keuze voor het betonnen stempelraam had nog een derde voordeel. Direct naast het plein lopen twee hoofdtransportleidingen voor stadsverwarming. Op 6 meter afstand van deze leidingen werd de bouwput voor de parkeergarage gemaakt. De leidingen mochten logischerwijs niet vervormen. Een betonnen stempelraam bleek in dit geval een voordeel, omdat dit veel stijver is dan staal. Hierdoor is het risico op de vervorming van de leidingen een stuk kleiner.
Onderwaterbeton en fundering
Door de relatief hoge grondwaterstand - circa 80 centimeter onder maaiveld – en de zeer waterdoorlatende zandbodem is gekozen voor een bouwput met onderwaterbeton. De bouwput was met drie lagen niet ontzettend diep, maar de onderkant van de onderwaterbetonvloer bevindt zich toch op 10,15 meter onder NAP. De bovenkant van de laagste vloer zit op 8,45 meter onder NAP. In plaats van een standaardfundering op palen koos het WSP-team voor een plaatpaalfundering met verticale groutankers.